PulitSurprize

Neeltje en Sjoukje gaan het maken in de journalistiek.

donderdag, juni 15, 2006

Rammelende eierstokken?

Een paar dagen geleden schreef Sjoukje over Ronald Plasterk en zijn column waarin hij pervoor pleit dat Nederlandse vrouwen eerder kinderen zouden moeten krijgen. Ik heb al jaren rammelende eierstokken. De eerste keer dat ik me dat realiseerde, was ik zestien. Okee, dat was misschien wat vroeg, en het was misschien ook geen échte kwestie van echt-kinderen-willen-krijgen, maar toen ik op die warme avond in augustus mijn piepkleine, pasgeboren nichtje in mijn armen hield, kreeg ik een heel speciaal gevoel in mijn onderbuik en ik wist: ik wil kinderen. Nu! Ik dacht er maar even niet over na dat ik nog nooit een jongen gezoend had, maar dat deed er op dat moment ook niet toe. Ik voelde heel oprecht dat ik vrouw was en dat k kinderen kon, en wilde krijgen.

En dat gevoel is eigenlijk nooit weggegaan sinsdien. Ik wil kinderen. Maar toch... niet nu nog. En De lange oppasdagen op mijn o zo schattige neefje die altijd lief en zoet was en nooit krijsde, gaven mij desondanks toch het gevoel van: nee, dat wil ik nu nog niet. Zeurende kinderen in de supermarkt, gillende kinderen op tv bij de nanny van Eerste Hulp bij Opvoeden (laten ze eerst die ouders trouwens eerst eens zelf opvoeden... waarom mogen sommige mensen überhaupt kinderen krijgen als ze niet eens weten hoe ze zo'n hummel fatsoenlijk groot moeten brengen?)... heel leuk, kinderen, maar nu nog niet. Want ik wil eerst mezelf eens goed leren kennen. Want hoe kun je een kind dingen leren over het leven, als je het eerst zelf nog goed moet ervaren?
En bovendien wil ik een werken, zelfstandig zijn, helemaal alleen mijn eigen geld verdienen en helemaal alleen functioneren in de maatschappij. En daar kan ik nog helemaal geen kind bij gebruiken.

Toch kijk ik wel eens met weemoed naar jonge meisjes die wel nu al een kind hebben. Die tot hun 16e op school zaten, op hun 17e hun jeugdliefde leerden kennen en tot hun 21 werkten om daarna een baby te krijgen. En vaak snel daarna nog eentje. Zij hebben al gewerkt. En van het leven geproefd. Zij kunnen nu al kinderen krijgen. En voelen misschien niet die gekke ambitie die ik wel voel om te willen werken en de wereld te willen ontdekken. Is die ambitie ons ook niet een beetje opgelegd? We moeten carrière maken. Kinderen kunnen later wel. De maatschappij wil het liefst dat we een combi maken van kind en werk. Dus de kinderen in de crèche op gezette tijden. Want anders moeten we van kamerlid Sharon Dijksma ons studiegeld terugbetalen. Ik wil mijn kinderen helemaal niet op een crèche. Maar ik wil ook niet vijf dagen per week thuiszitten, zogenaamd 'fulltime moeder' zijn (ben je dat niet sowieso altijd, als je moeder bent?). Hoe moet dat dan toch?

Over dat soort vragen kan ik me, net als Sjoukje, oprecht zorgen maken. Toch eerst maar eens die twee essays afmaken die er nog liggen. Kinderen komen later wel.